Plottie en Lottie
Kabouters
Er was eens een ka
-bou-ter en die heet-te Ploppie.Hij woon
-de mid-den in een bos.Hij woon
-de er met papa Plop en mama Plop.‘Ja hoor’, zei mama,’ga maar, maar voor het donker thuis!’
‘Ja mama’, zei Ploppie.
Ploppie ging naar Lottie.
Hij kwam bij Lottie en belde aan ‘ding
-dong, ding-dong’Lottie deed open en zei, ‘ Ík kom Ploppie!’
Z
ij deed haar schoenen aan en haar jas enZe
ging-en wip-wap-pen.‘Dat was leuk’, zei Ploppie.
‘Ja’ zei Lottie, ‘kom we gaan van de glij
-baan’.‘Ja’
, zei Ploppie en ze gingen glij-den.‘Joe’, dat was leuk!
‘Ja, zullen naar de schom
-mel gaan?’ zei LottieDaar
-na gingen ze bij Ploppie spe-lenZe gingen voet
-bal-len.
Lottie was FC-Flop en Ploppie was FC-Plop
Wie ging er winnen?
We be-gon-nen.
Wie was de win-naar? Lottie riep, ‘Ik heb ge-won-nen’.
‘Ja’, zei Lottie
’zul-len we nu naar mijn huis gaan?’
…… ‘Kom
je dan bij mij eten?’
‘Ja’leuk!’ zei Ploppie ‘kom we gaan’.
Ze gingen naar Lot-ties huis.
'Mam, mag Plop-pie bij mij eten? ‘vroeg Lot-tie aan haar moe-der.
'Ja hoor', zei de moeder van Lottie.
'Wat gaan we eten Mam?
' Pa-tat !
' Jip-pie!' riep Lot-tie.
En ze gingen eten
.
Toen moest Plop-pie naar huis.
' Doei ,' zei Ploppie
'Doei' en Ploppie ging naar huis sla-pen en ze leef-den nog lang en ge-luk-kig.
Geschreven door:
Romy